Schrijfregels

1. Persoonsgegevens

Volgorde v/d voornamen en familienaam
Voornaam(-namen) gescheiden door een spatie (geen komma),
gevolgd door de familienaam.

Waar zetten we de roepnaam?
(bv. Josephus Carolus  Leysen, roepnaam  ‘Carl’)
Josephus Carolus (Carl) Leysen

Geboorte- en overlijdensdatum
(bv. geboren te Herentals en gestorven te Leuven
(°Herentals 1.03.1895  – †Leuven 10.12.1935)
In doorlopende tekst => voluit geschreven 
19 (of negentien) januari 1985

Gehuwd
Louis Gevers (…) gehuwd te … op … met Anna Leysen (…)

Kinderen
Steeds chronologisch opsommen

2. Maten, gewichten en eenheden

  • Voluit geschreven (meter, centimeter, volt, ampère …) of afgekort in doorlopende tekst.
  • Een spatie na een getal of cijfer: 3  cm; 4 A; 3 pk …
  • Geen spatie en een koppelteken als het deel uitmaakt van een samenstelling:
    bv. een 25m-bad

3. Tijdsaanduiding

Uren: 10 u – 22 u
In een doorlopende tekst:
Omstreeks tien uur in de voormiddag … ’s avonds

4. Gebruik van vet, cursief, drukletters

  • Vet:
    Zo weinig mogelijk gebruiken!
    Een aandachtvestiging:  vb. in een aankondigingen (datum-dag-uur-zaal-inschrijven)
  • Italic (cursief)
    • Titels van boeken, dag-weekbladen, magazines in een tekst
      bv. Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals, Het Kempenland, De Standaard …
    • Niet alom gekende, niet alledaagse of ongebruikelijke woorden in het Latijn, het Oudnederlands, dialectwoorden …
    • Citaten NOOIT cursief (tussen “…” in normaal schrift).
  • Drukletters
    • Zo weinig mogelijk gebruiken!
    • Dusdanig geschreven letterwoorden: NAVO, SHAPE, UNO …
      Indien we het voluit zouden schrijven bv. Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, voegen wij tussen haakjes (NAVO) toe. Vervolgens kunnen we in de tekst telkens het letterwoord NAVO gebruiken.
    • Gebruik nooit ‘Kleine kapitalen’

5. Leestekens

  • Enkele aanhalingstekens
    Benadrukken van woorden => de woorden tussen de aanhalingstekens in gewoon schrift
  • Dubbele aanhalingstekens
    Gesproken tekstgedeelte  of citaat.
    De woorden tussen de aanhalingstekens staan in gewoon schrift.
  • Beletselteken (…)
    • Iets dat weggelaten is, de verdere invulling is aan de lezer, de opsomming is niet volledig …
    • Steeds een spatie voor het beletselteken
    • Nooit een komma voor het beletselteken
    • Als bv. in een citaat meerdere volledige zinnen worden weggelaten: gebruik […]
  • Puntkomma
    • Opsommingen als het delen van dezelfde zin zijn.
    • Tussen zinnen waartussen er een verband is.
  • Punt
    • Steeds op het einde van de zin.
    • Indien na het laatste woord van de zin er nog een aanvulling, verduidelijking … tussen haakjes staat, volgt de punt na het sluitend haakje.  
      bv. De redactieploeg beoordeelt de werking van Herentaldum (Herentalse Kring voor Geschiendenis en Heemkunde).
  • Spatie
    Gebruik nooit dubbele spaties!

6. Afkortingen

Gebruik zo weinig mogelijk afkortingen (storend voor de lezer)
Gebruik de juiste afkortingen!

  • Gebruik bv. en niet vb.

7. Noten

Gebruik nooit n.v.d.r. (noot van de redactie)
Duid noten in de tekst aan als (voetnoot: tekst van de voetnoot).
In de layout wordt dit omgezet in een echte voetnoot.

8. Woordgebruik

Uniform woordgebruik in dezelfde tekst:
bv. Wereldoorlog I of WO1 of de Eerste Wereldoorlog of de Grote Oorlog

9. Geraadpleegde bronnen

bv. Cools, Jan (1991), De Sint-Antoniusgrotten te Herentals (1914-1990), in Historisch Jaarboek van Herentals (VI, 1991)

  • Naam van de auteur gevolgd door een komma en de voornaam
  • Gevolgd door het jaartal van de uitgave tussen haakjes gevolgd door een komma
  • Dan de titel van het boek, het artikel …
    • Titel van het boek: cursief
    • Titel van een artikel uit een tijdschrift …: gewoon schrift
    • De naam van het tijdschrift: cursief
    • Het jaartal van het tijdschrift gewoon schrift.
      eventueel (VI, 1991, 173-184) wanneer we de pagina’s willen vermelden

Bronnen steeds alfabetisch gerangschikt op naam van de auteur